Jesaja 51:12

SVIk, Ik ben het, Die u troost; wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal? en voor eens mensen kind, [dat] hooi worden zal?
WLCאָנֹכִ֧י אָנֹכִ֛י ה֖וּא מְנַחֶמְכֶ֑ם מִֽי־אַ֤תְּ וַתִּֽירְאִי֙ מֵאֱנֹ֣ושׁ יָמ֔וּת וּמִבֶּן־אָדָ֖ם חָצִ֥יר יִנָּתֵֽן׃
Trans.’ānōḵî ’ānōḵî hû’ mənaḥeməḵem mî-’atə watîrə’î mē’ĕnwōš yāmûṯ ûmiben-’āḏām ḥāṣîr yinnāṯēn:

Algemeen

Zie ook: Gras, Hooi, stro

Aantekeningen

Ik, Ik ben het, Die u troost; wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal? en voor eens mensen kind, [dat] hooi worden zal?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

אָנֹכִ֧י

-

אָנֹכִ֛י

-

ה֖וּא

-

מְנַחֶמְכֶ֑ם

Ik, Ik ben het, Die troost

מִֽי־

-

אַ֤תְּ

-

וַ

-

תִּֽירְאִי֙

wie zijt gij, dat gij vreest

מֵ

-

אֱנ֣וֹשׁ

voor den mens

יָמ֔וּת

die sterven zal

וּ

-

מִ

-

בֶּן־

kind

אָדָ֖ם

en voor eens mensen

חָצִ֥יר

hooi

יִנָּתֵֽן

worden zal


Ik, Ik ben het, Die u troost; wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal? en voor eens mensen kind, [dat] hooi worden zal?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!